Administratiesystemen onderwijsdeelnemer en –medewerker

Titel

Administratiesystemen onderwijsdeelnemer en –medewerker

Status

In ontwikkeling ROSA-Architectuurscan BEsluitvorming implementatie in beheer

Versie

0.9.0

Datum

27 Juni 2024

Auteur

Architectenraad Edu-V

Acties

Geen openstaande acties

Scope: werkingsgebieden funderend onderwijs en vavo

De afspraken met betrekking tot de gegevensdiensten uit de administratiesystemen zijn van toepassing op de werkingsgebieden:

  • Primair onderwijs

  • Gespecialiseerd onderwijs

  • Voortgezet onderwijs

  • Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo)

De gegevensdiensten zijn niet ontwikkeld voor het middelbaar beroepsonderwijs. In het middelbaar beroepsonderwijs wordt gebruik gemaakt van OOAPI.

De administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -medewerker bevatten cruciale basisgegevens voor de overige referentiecomponenten binnen het afsprakenstelsel Edu-V. Het betreft onder meer gegevens over:

  • Onderwijsaanbod: welke opleidingen en vakken worden aangeboden?

  • Onderwijsmedewerkers: welke medewerkers werken voor de onderwijsorganisatie en in welke organisatierol?

  • Onderwijsdeelnemers: welke leerlingen of studenten volgen onderwijs op de onderwijsorganisatie?

  • Onderwijsinrichting: in welke periodes is het onderwijs georganiseerd, welke leerlingen of studenten zijn ingeschreven op welke opleidingen, welke vakken volgen ze en in welke stamgroepen en lesgroepen nemen ze deel?

Traditioneel zijn onderwijsorganisaties georganiseerd in stamgroepen (of stamklassen) en lesgroepen (of vaklesgroepen). Een onderwijsmedewerker is verbonden aan één onderwijsorganisatie, geeft les aan één of meerdere lesgroepen en doet dit ook voornamelijk als leerkracht, vakdocent en/of mentor. Onderwijsdeelnemers volgen één opleiding en binnen de opleiding volgen ze enkel het standaard vakkenpakket. De stamgroep is de basisgroep waarin een leerling is ingeroosterd. In het voortgezet onderwijs zijn er lesgroepen om een bepaald vak aan een groep leerlingen te geven als vakdocent.

Dit beeld past niet meer bij de huidige praktijk van het onderwijs. Met de toenemende flexibilisering van het onderwijs zien we dat er langs al deze assen steeds meer variatie ontstaat. Kortom, een strikt datamodel gebaseerd op schooljaren, stamgroepen en lesgroepen – zoals het huidige UWLR – past niet meer bij de praktijk. We zullen op zoek moeten gaan naar een uitwisselingsstandaard waarin deze flexibiliteit wel mogelijk is.

Op deze pagina wordt een herontwerp voor de gegevensdiensten uit de administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -medewerker beschreven. De pagina bestaat uit de volgende paragrafen:

Ontwerpeisen

Als basis voor het herontwerp voor de gegevensdiensten uit de administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -onderwijsmedewerker zijn ontwerpeisen opgesteld. Deze ontwerpeisen worden hieronder nader toegelicht.

A. Onderwijsaanbod

(Conform het RIO model voor Aangeboden opleidingen)

  1. Opleidingen staan gelijk aan Opleidingseenheden uit RIO. De opleidingseenheden zijn gestandaardiseerd in een waardelijst.

    1. Voorbeeld: vwo-gymnasium onderbouw, vwo-atheneum onderbouw en vwo-onderbouw

    2. Voorbeeld: basisonderwijs, eerste onderwijs anderstaligen, speciaal onderwijs regulier

  2. Opleidingseenheden zijn te groeperen in Opleidingsgroepen. De opleidingsgroepen zijn gestandaardiseerd in een waardelijst.

    1. Voorbeeld: vwo onderbouw als groepering van 1a

    2. Voorbeeld: vso dagbesteding

  3. Opleidingsgroepen zijn ook te groeperen in hoger liggende Opleidingsgroepen.

    1. Voorbeeld: Voortgezet onderwijs onderbouw waaronder 2a valt.

  4. Opleidingseenheden hebben betrekking op 0 of meerdere opleidingsjaren:

    1. Voorbeeld opleidingsjaar 1, opleidingsjaar 2 en opleidingsjaar 3 voor vwo-gymnasium onderbouw

    2. Voorbeeld opleidingsjaar 4 en opleidingsjaar 5 voor havo-bovenbouw

    3. Voorbeeld opleidingsjaar 1-8 voor basisonderwijs

    4. Voorbeeld geen opleidingsjaar voor het gespecialiseerd onderwijs

  5. Onderwijsdeelnemers zijn ingeschreven op een opleidingseenheid voor veelal een opleidingsjaar.

    1. Voorbeeld: Basisonderwijs, opleidingsjaar 1

    2. Voorbeeld: vwo-gymnasium onderbouw, opleidingsjaar 1

  6. Opleidingseenheden kunnen een Opleidingskenmerk hebben waardoor ze uniek worden. De opleidingskenmerken zijn gestandaardiseerd in een waardelijst.

    1. Voorbeeld: versneld programma vwo

    2. Voorbeeld: Basisonderwijs Montessori

    3. In dat geval kan een Onderwijsaanbieder twee keer de opleidingseenheid aanbieden, 1 maal regulier en 1 maal versneld programma.

  7. Vakken zijn veelal te relateren aan opleidingseenheden en leerjaren.

  8. Er zijn ook ‘vakken’ die niet te relateren aan een opleidingseenheid.

    1. Voorbeeld: thema- of additioneel vak zoals Drama, Topsport of Programmeren

    2. Voorbeeld: extracurriculaire activiteit zoals Rots- en watertraining, pestprotocol of een schoolreis

  9. Opleidingseenheden kunnen een doelgroep hebben waardoor ze uniek worden. De doelgroepen zijn gestandaardiseerd in een waardelijst.

    1. Voorbeeld: “IGBO” (Internationaal georiënteerd basisonderwijs) of “Zeer moeilijk opvoedbaar” 

B. Onderwijsmedewerkers

  1. Onderwijsmedewerkers kunnen verschillende rollen vervullen op één of meerdere onderwijsorganisaties

    1. Voorbeeld: Leerkracht op de ene school en LAS-beheerder en leerkracht op de andere school.

    2. Voorbeeld: Leerkracht op een primair onderwijs school en een docent op een voortgezet onderwijs school.

  2. Onderwijsmedewerkers kunnen dezelfde en/of verschillende rollen vervullen in verschillende stamgroepen en/of lesgroepen.

    1. Voorbeeld: IB-er en leerkracht

  3. Onderwijsmedewerkers kunnen tijdelijk toegevoegd worden aan een stamgroep of lesgroep.

    1. Voorbeeld: invalkracht

    2. Voorbeeld: gastdocent voor een vak

    3. Voorbeeld: leerkracht of docent in opleiding

    4. Voorbeeld: stagiair

    5. Voorbeeld: onderwijsassistent

  4. Onderwijsmedewerkers kunnen onderwijsdeelnemers individueel begeleiden.

    1. Voorbeeld: persoonlijke mentor of coach

    2. Voorbeeld: remedial teacher

  5. Onderwijsmedewerkers kunnen externen zijn.

    1. Voorbeeld: invalkracht

    2. Voorbeeld: logopedist

    3. Voorbeeld: extern begeleider voor dyslexie of dyscalculie

C. Onderwijsdeelnemers

  1. Onderwijsdeelnemers kunnen een persoonlijke leerroute volgen met bijvoorbeeld meerdere opleidingseenheden, meerdere leerjaren en/of individuele vakkeuzes. Dit kunnen ook combinaties zijn.

    1. Leerling volgt zowel BO als SO

    2. Leerling volgt vak op hoger of lager niveau in voortgezet onderwijs

    3. Leerling volgt vak in hoger of lager opleidingsjaar

    4. Leerling zit in een groep doorbrekende lesgroep voor Rekenen

    5. Leerling krijgt extra begeleiding vanuit passend onderwijs

  2. Onderwijsdeelnemers kunnen gedurende het schooljaar (persoonlijke) leerroutes opstarten en/of afbreken. Ook kan een onderwijsdeelnemer gedurende een schooljaar overgaan naar een ander opleidingsjaar (naar boven of naar beneden) of een ander niveau (opstromen of afstromen).

  3. Onderwijsdeelnemers kunnen gedurende het schooljaar overgeplaatst worden naar een andere groep in hetzelfde opleidingsjaar of hetzelfde niveau.

  4. Onderwijsdeelnemers kunnen op basis van persoonlijke kenmerken een aangepast leeraanbod krijgen. Bijvoorbeeld dyslexie geeft recht op extra tijd voor een toets, of een visuele beperking of auditieve beperking geeft recht op hulpmiddelen. Het is niet wenselijk om de medische gegevens uit te wisselen. Het is wel mogelijk om de ondersteuningsbehoefte op het vlak van toegankelijkheid (accessability) uit te wisselen.

    1. Voorbeeld: vergroot lettertype

    2. Voorbeeld: met spellingscontrole

    3. Voorbeeld: auditieve ondersteuning

    4. Voorbeeld: extra tijd

  5. Onderwijsdeelnemers zijn veelal gekoppeld aan een stamgroep. De onderwijsmedewerker die toegewezen is aan deze stamgroep is verantwoordelijk voor de leerlingen.

    1. In het primair onderwijs zijn leerlingen altijd gekoppeld aan één stamgroep, uitgezonderd de leerlingen die nog geen stamgroep toegewezen hebben gekregen.

    2. In het voortgezet onderwijs maken niet alle onderwijsorganisaties gebruik van stamgroepen (stamgroepen).

  6. Onderwijsdeelnemers kunnen onderwijs volgen op meerdere onderwijslocaties en bij meerdere onderwijsaanbieders.

  7. Onderwijsdeelnemers zijn ingeschreven op één hoofdopleiding op één onderwijslocatie behorend bij één onderwijsaanbieder en kunnen daarnaast ingeschreven zijn op nevenopleidingen op dezelfde of andere onderwijslocaties bij andere onderwijsaanbieders.

  8. Onderwijsdeelnemers kunnen tijdelijk onderwijs volgen op een andere onderwijsaanbieder onder bevoegdheid van de onderwijsaanbieder waar de onderwijsdeelnemer is ingeschreven.

    1. Voorbeeld: onderwijsdeelnemers volgen een extracurriculair programma extern.

    2. Voorbeeld: nieuwkomers volgen taalonderwijs op een nieuwkomersschool.

    3. Voorbeeld: cirisopvang voor onderwijsdeelnemers die geschorst zijn of een time-out hebben.

    4. Voorbeeld: kinderen volgen onderwijs op de Rijdende school gedurende het evenementenseizoen en blijven ingeschreven op de winterschool.

D. Onderwijsinrichting

  1. De indeling in periodes is niet beperkt. Onderwijsorganisaties kunnen meerdere periodes hanteren. In deze periodes kunnen inschrijvingen en groepssamenstellingen wijzigen.

    1. Voorbeeld is een blok, trimester of semester in een schooljaar.

  2. Stamgroepen en lesgroepen zijn flexibel in te richten en hebben geen beperkingen in aantal onderwijsdeelnemers of aantal onderwijsmedewerkers.

  3. In stamgroepen en lesgroepen kunnen onderwijsdeelnemers zitten die verschillende opleidingen volgen.

    1. Voorbeeld: dakpanklassen.

    2. Voorbeeld: basisonderwijs en hoogbegaafdenonderwijs

  4. In gecombineerde lesgroepen kunnen meerdere vakken gegeven worden en kunnen onderwijsdeelnemers zitten die het gegeven vak op verschillende niveaus volgen.

    1. Voorbeeld: heterogene groepen.

    2. Voorbeeld: circuitmodel waar leerlingen uit alle leerjaren een vak volgen en begeleid worden door een leerkracht voor een specifiek vak (bijvoorbeeld handvaardigheid).

    3. Voorbeeld: clustergroepen waarin alle groepen vanuit een opleidingsjaar worden samengevoegd.

    4. Voorbeeld: onderwijsaanbieders die groep doorbrekend werken en lesgroepen hebben waarin leerlingen zitten vanuit meerdere leerjaren

    5. Voorbeeld: examengroepen waarin leerlingen zitten die in een vak examen doen

  5. Naast stamgroepen en vaklesgroepen zijn er ook tal van andere groeperingen mogelijk:

    1. Voorbeeld: groep van leerlingen die begeleid worden voor dyslexie of dyscalculie

    2. Voorbeeld: groep van leerlingen die studiebegeleiding krijgen

    3. Voorbeeld: groep van leerlingen voor keuzewerktijd

    4. Voorbeeld: groep die gaat werken in een praktijkruimte

    5. Voorbeeld: groep in de rijdende school voor een locatie waar een evenement is (bijvoorbeeld de mini school voor de kermis in Oosterbeek)

    6. Voorbeeld: groep die een extracurriculaire activiteit gaat doen

  6. Groepsstructuren kunnen worden benut t.b.v. adequaat in kunnen richten van autorisaties met betrekking tot gegevens over onderwijsdeelnemers voor onderwijsmedewerkers.

E. Algemeen

  1. Dataminimalisatie in de objecten

    1. Persoonsgegevens zijn gescheiden van andere informatieobjecten. Er wordt gewerkt met IDs.

    2. Bijzondere persoonsgegevens zijn gescheiden van basis persoonsgegevens.

  2. Gegevens zijn opvraagbaar zodra ze beschikbaar zijn, bijvoorbeeld:

    1. Onderwijsaanbod altijd actueel opvraagbaar.

    2. Onderwijsmedewerkers altijd actueel opvraagbaar.

    3. Bestaande onderwijsdeelnemers altijd actueel opvraagbaar.

    4. Nieuwe onderwijsdeelnemers uiterlijk 1 week na inschrijving actueel opvraagbaar.

Functioneel ontwerp

In deze paragraaf wordt het ontwerp van de gegevensdiensten uit de administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -medewerker beschreven. Dit herontwerp is tot stand gekomen op basis van:

  • Bijeenkomsten in de Architectenraad Edu-V

  • 1-op-1 interviews en feedback vanuit de LAS leveranciers

  • 1-op-1 interviews met andere leveranciers

  • Feedback uit de Edu-V werkgroepen

In het herontwerp starten we met de referentiecomponenten die als bron fungeren voor gegevens. Daarna wordt het datamodel toegelicht dat als basis dient voor de APIs. Vervolgens worden de endpoints beschreven en wordt toegelicht op welke wijze een afnemer van de gegevens de eigen stand kan bijwerken.

Referentiecomponenten

De gegevens waar in de ontwerpeisen over wordt gesproken hebben hun oorsprong uit verschillende systemen. Zo is informatie over onderwijsmedewerkers te vinden in de personeelsadministratie en is het LAS de bron voor veel gegevens over onderwijsdeelnemers, inschrijvingen, stamgroepen en lesgroepen.

Binnen Edu-V willen we zo flexibel mogelijk zijn en onderwijsorganisaties de mogelijkheid bieden om hun eigen applicatielandschap in te richten met applicaties. Vandaar dat we onderscheid hebben gemaakt in twee referentiecomponenten:

  • Administratiesysteem onderwijsdeelnemer: deze referentiecomponent is verantwoordelijk voor de administratie van onderwijsdeelnemers en het onderwijs dat op de onderwijsorganisatie wordt aangeboden. In de praktijk is deze referentiecomponent onderdeel van het LAS of het SIS.

  • Administratiesysteem onderwijsmedewerker: de bron van (tijdelijke) medewerkers die actief zijn op de onderwijsorganisatie. In de praktijk is dit het personeelsadministratiesysteem. Echter dit systeem is vaak gekoppeld met andere systemen die vervolgens de gegevens delen in de leermiddelenketen. Dit kan wederom het LAS of het SIS zijn, maar ook een Identity Provider.

Datamodel

In Figuur 1 en 2 is het datamodel weergegeven voor de referentiecomponenten Administratiesysteem onderwijsdeelnemer en -medewerker. De gegevens uit dit datamodel is opgedeeld in een aantal gegevensdiensten en scopes. Figuur 1 betreft het datamodel in het Nederlands. In Figuur 2 is een Engelse vertaling weergegeven. De begrippen uit het Engelstalige model zijn ook gehanteerd in de technische specificaties van de APIs.

sis-api_v23_NL.png
Figuur 1. Datamodel gegevens Administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -medewerker (NL)
sis-api_v23_EN.png
Figuur 2. Datamodel gegevens Administratiesystemen onderwijsdeelnemer en -medewerker (EN)

Het datamodel bevat de volgende gegevens:

  • Onderwijsmedewerkers (Employee API): die één of meerdere organisatierollen vervullen in een onderwijsorganisatie.

    • Deze gegevensdienst wordt aangeboden door de referentiecomponent Administratiesysteem onderwijsmedewerker.

    • Aan een onderwijsmedewerker is een object communicatie toegevoegd met een emailadres en een optioneel telefoonnummer van de onderwijsorganisatie. Dit object is ook toegevoegd aan onderwijsdeelnemers.

    • De organisatierollen beschrijven welke rollen (docent, ib-er, ict-coördinator) de onderwijsmedewerker vervult voor de betreffende onderwijsaanbieder.

  • Onderwijsdeelnemers (Student API): waarbij de basisinformatie is gescheiden van vier specifieke informatieobjecten: Communicatie, Demografie, Toegankelijkheid en Fijndistributie. Referentiecomponenten die deze informatie nodig hebben kunnen hiervoor specifiek toestemming krijgen.

    • Deze gegevensdienst wordt aangeboden door de referentiecomponent Administratiesysteem onderwijsdeelnemer.

    • Toegankelijkheid is toegevoegd met informatie die applicaties kunnen gebruiken om passende hulpmiddelen aan te bieden aan de gebruiker.

    • Voor toegankelijkheid zouden we gebruik kunnen maken van de waardelijst zoals opgesteld door 1Edtech: Access for All (AfA) Personal Needs and Preferences (PNP).

  • Onderwijsaanbod (Education API): de opleidingen en vakken die een onderwijsorganisatie aanbiedt. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de structuur van RIO. Er wordt in het onderwijsaanbod onderscheid gemaakt in AangebodenOpleidingen en AangebodenVakken:

    • AangebodenOpleiding (StudyOffering): dit is een opleidingseenheid uit RIO aangevuld met schooleigen namen en eventuele opleidingskenmerken alsook het opleidingsjaar. Een onderwijsdeelnemer is op een AangebodenOpleiding ingeschreven (zie ook onderwijsinrichting).

    • AangebodenVak (SubjectOffering): de vakken die door de onderwijsorganisatie aangeboden worden. De Vakken zijn gekoppeld aan de AangebodenOpleidingen.

      • Omwille van de flexibiliteit is er een 0..N relatie gemaakt. Dit maakt het voor scholen mogelijk om een uniek AangebodenVak Nederlands te geven in zowel het AangebodenOpleiding vwo-onderbouw-atheneum, vwo-onderbouw-gymnasium, etc. Een andere inrichtingskeuze is om de relatie 1..1 te maken zodat iedere AangebodenOpleiding uniek te identificeren AangebodenVakken heeft.

      • Een AangebodenVak kan ook los staan van de AangebodenOpleiding. Denk aan het pestprotocol of een studiereis. Vandaar dat voor de 0 relatie is gekozen.

    • De opleidingseenheden zijn ook beschikbaar in het Register onderwijsorganisaties. Dit betreft echter publieke data en niet de identifiers die gehanteerd worden in het Administratiesysteem waar daadwerkelijk onderwijsdeelnemers op zijn ingeschreven.

  • Onderwijsinrichting (Association API): bestaat uit de Inschrijving (enrollment) toegevoegd voor de onderwijsdeelnemer,  Toewijzing (assignment) voor de onderwijsmedewerker en de Groepen (groups) die allen binnen een Schoolperiode (SchoolPeriod) zijn ingericht.

    • Algemeen

      • Het separaat aanbieden van informatie over onderwijsinrichting los van de Student API en de Education API heeft als voordeel dat de strikt noodzakelijke gegevens benut kunnen worden zonder afhankelijkheid van beschikbaarheid van andere gegevens. Zo kan bijvoorbeeld informatie over vakken gedeeld worden zonder dat er een onderwijsdeelnemer, inschrijving of een indeling in groepen is. In de huidige UWLR-standaard is dit niet mogelijk.

    • Schoolperiode (SchoolPeriod)

      • In de onderwijsinrichting is het object SchoolPeriode (SchoolPeriod) toegevoegd. De onderwijsaanbieder kan in een hiërarchie het onderwijs ingedeeld hebben over het jaar of de jaren. Hierbij is de hiërarchie van AcademicSessions vanuit OneRoster overgenomen. De term AcademicSessions is niet overgenomen omdat deze niet aansluit bij het funderend onderwijs.

      • Iedere Inschrijving, Toewijzing en Groep heeft een referentie naar een schoolperiode met een begindatum en einddatum. Dit betekent dat onderwijsdeelnemers en onderwijsmedewerkers tijdelijk en ook verschillende wijzen deel kunnen nemen aan stamgroep of lesgroep en ook gedurende het schooljaar andere vakken kunnen volgen. Denk bijvoorbeeld aan invalkrachten of stagiairs. Of onderwijsdeelnemers die tijdelijk een vak op een hoger niveau of in een ander leerjaar volgen. Of onderwijsdeelnemers die voor een beperkte schoolperiode (bijvoorbeeld 1 blok) meedraaien in een groep.

    • Stamgroep of lesgroep (Group)

      • In een Stamgroep (groupType class) kunnen onderwijsdeelnemers zitten die ingeschreven zijn op verschillende AangebodenOpleidingen. De AangebodenOpleidingen kunnen op basis van de inschrijvingen van de onderwijsdeelnemer achterhaald worden.

      • In een Lesgroep (type group) zitten onderwijsdeelnemers die bijvoorbeeld hetzelfde vak volgen. Dit vak is gekoppeld aan de toewijzing van de leraar aan de groep.

      • In een Lesgroep zitten onderwijsdeelnemers die gezamenlijk een onderwijsactiviteit uitvoeren en begeleid worden door een leraar. De leraar is gekoppeld aan de groep zonder verwijzing naar een specifiek vak.

    • Inschrijving (Enrollment)

      • De inschrijving (enrollmentType studyyear) definieert op welke AangebodenOpleidingen (hoofd of neven) de onderwijsdeelnemer is ingeschreven.

      • Aan de inschrijving (enrollmentType subject) is voor een onderwijsdeelnemer het vak opgenomen. Zo is duidelijk welke vakkeuzes de onderwijsdeelnemer heeft gemaakt.

      • Een onderwijsdeelnemer heeft op een gegeven moment meerdere inschrijvingen (enrollmentType subject). Dit is het persoonlijke vakkenpakket dat de student volgt.

    • Toewijzing (Assignment)

      • Aan de toewijzing is de taak die de onderwijsmedewerker vervuld gespecificeerd. Zo kan een onderwijsmedewerker leerkracht of mentor zijn voor een stamgroep (klassendocent), vakdocent voor een vak zijn voor een stamgroep of lesgroep of een onderwijsdeelnemer individueel begeleiden.

      • Aan een toewijzing (type teacher) is een attribuut vak toegevoegd waarin wordt aangegeven welk vak de leraar onderwijst in de stamgroep of lesgroep.

      • Een onderwijsmedewerker kan op dezelfde groep meerdere toewijzingen hebben. Bijvoorbeeld klassendocent, vakdocent Engels en vakdocent Frans.

Technisch ontwerp

In deze paragraaf is het technisch ontwerp toegelicht. Het technisch ontwerp bevat verwijzingen naar de APIs en bevat informatie over het periodiek synchroniseren van wijzigingen of het abonneren op wijzigingen middels notificaties.

APIs

Het datamodel is vertaald naar vier separate APIs:

Administratiesysteem onderwijsdeelnemer als bron voor:

Administratiesysteem onderwijsmedewerker als bron voor:

Via de links is voor iedere API de koppelvlakspecificatie en de berichtdefinities terug te vinden.

Periodiek synchroniseren van wijzigingen

Afhankelijk van het informatieobject komen wijzigingen veel en weinig voor. En zijn wijzigingen al dan niet kritiek voor het onderwijsproces. Een vorm van bijwerken van een stand is periodieke synchronisatie of het opvragen van wijzigingen uit een stand. In de endpoints waarin objecten op het niveau van een onderwijsaanbieder opgevraagd kunnen worden is voor dit doel een query parameter since toegevoegd.

Abonneren op wijzigingen middels notificaties

In het afsprakenstelsel is het transactiepatroon Abonneren op wijzigingen middels notificaties uitgewerkt. Dit transactiepatroon heeft als voordeel dat geabonneerde referentiecomponenten real-time op de hoogte kunnen worden gehouden van wijzigingen in een stand. Niet alle informatieobjecten lenen zich hiervoor. Het is aan de leverancier die het administratiesysteem onderwijsdeelnemer en/of -medewerker aanbiedt, of dit transactiepatroon wordt ondersteunt en ook voor welke entiteiten.

Een aantal voorbeelden waarbij dit transactiepatroon meerwaarde kan bieden zijn:

Alle voorbeelden gelden na start van het schooljaar. Niet in de voorbereiding hierop. Dan zijn er continu wijzigingen omdat groeps- en klassamenstellingen worden gedaan door de onderwijsadministratie.

  1. Nieuwe toewijzing (assignment) van een onderwijsmedewerker (employee).

    1. Het kan bijvoorbeeld gaan over een invalkracht voor enkele dagen. Die moet direct kunnen werken met alle relevante digitale leermiddelen.

    2. Er wordt dan een notificatie gestuurd over een nieuwe toewijzing.

    3. Indien de onderwijsmedewerker nog niet bekend is bij het systeem kunnen de persoonsgegevens ook direct opgevraagd worden via de Employee API.

  2. Wijzigen van een toewijzing (assignment) voor een onderwijsmedewerker (employee).

    1. Een klassedocent kan bijvoorbeeld voor een langere duur verbonden zijn aan een stamgroep.

    2. Er wordt dan een notificatie gestuurd over een wijziging voor een toewijzing.

    3. Indien de onderwijsmedewerker nog niet bekend is bij het systeem kunnen de persoonsgegevens ook direct opgevraagd worden via de Employee API.

  3. Nieuwe inschrijving (enrollment) voor een onderwijsdeelnemer (student).

    1. Er kan een nieuwe onderwijsdeelnemer op de onderwijsaanbieder zijn.

    2. Er wordt dan een notificatie gestuurd over een nieuwe inschrijving.

    3. In dit object is ook de onderwijsdeelnemer toegevoegd.

    4. Indien deze nog niet bekend is bij het systeem kunnen de persoonsgegevens ook direct opgevraagd worden via de Student API.

  4. Wijzigen van een inschrijving (enrollment) voor een onderwijsdeelnemer (student).

    1. Een onderwijsdeelnemer kan een extra vak gaan volgen of een vak op een ander niveau gaan volgen.

    2. Er wordt dan een notificatie gestuurd over een wijziging voor een inschrijving.

  5. Wijzigen van een groepssamenstelling (group):

    1. Een onderwijsdeelnemer kan toegevoegd of verwijderd worden.

  6. Verwijderen van onderwijsdeelnemer (student) of onderwijsmedewerker (employee):

    1. Een onderwijsdeelnemer kan van de onderwijsaanbieder gaan.

    2. Een onderwijsmedewerker kan niet meer werkzaam zijn voor een onderwijsorganisatie.

Aansluiting (inter)nationale standaarden

Bij het opstellen van het herontwerp zijn diverse (inter)nationale standaarden geëvalueerd. Vanuit het principe om aansluiting te zoeken bij internationale standaarden is OneRoster als uitgangspunt genomen:

  • De begrippen en de benamingen vanuit OneRoster worden gehanteerd.

  • OneRoster heeft een aantal beperkingen waardoor de standaard niet 1-op-1 aansluit op de context van het Nederlandse funderend onderwijs.

  • Vanuit de sterke punten uit de andere standaarden is de OneRoster standaard aangepast om een betere aansluiting te hebben op de onderwijsinrichting van het Nederlandse funderend onderwijs.

  • De standaarden UWLR, FDE set, SEM SIS API, OOAPI en RIO zijn geëvalueerd.


Release notes

Deze uitwerking is gebaseerd op basis van de volgende stappen:

  • 0.0.1: Pagina is opgesteld op basis van de notitie Herziening SIS API die is besproken in de Architectenraad Edu-V

  • 0.0.2: De ontwerpeisen zijn uitgebreid met voorbeelden die genoemd zijn in gesprekken met leden uit de klankbordgroep.

  • 0.0.3: Datamodel is bijgewerkt op basis van een inconsistenties met de objectspecificaties in de APIs. APIs en model zijn weer consistent.

  • 0.0.4: In het datamodel is de relatie tussen een RIO opleiding en opleidingseenheid en de het object AangebodenOpleiding verduidelijkt. Een AangebodenOpleiding in het gegevensmodel van het administratiesysteem onderwijsdeelnemer heeft betrekking op een enkel leerjaar.

  • 0.0.5: de attributen children en parent van het object SchoolPeriod zijn hernoemd naar respectievelijksubSchoolPeriods en superSchoolPeriod. Dit wijkt af van OneRoster maar voorkomt semantische misverstanden over ouders en kinderen. Op deze manier is het duidelijk dat het gaat om hiërarchische relaties tussen SchoolPeriod objecten.

  • 0.9.0: Het Bestuurlijk Overleg heeft tijdens de bijeenkomst van 27 juni 2024 het Afsprakenstelsel Edu-V als versie 0.9.0 goedgekeurd voor implementatie.